Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Lochem bestaat uit:
a. Exploitatie (structurele bronnen) bestaande uit:
- begrotingspost onvoorzien
- onbenutte belastingcapaciteit
b Eigen vermogen (incidentele bron) bestaande uit:
- algemene reserve
Weerstandscapaciteit jaarrekening 2019
|
Bedrag
|
Onvoorzien
|
20.000
|
Onbenutte belastingcapaciteit*
|
5.730.000
|
Totaal structureel
|
5.750.000
|
* De onbenutte belastingcapaciteit, onderdeel OZB, heeft betrekking op de mogelijkheid de OZB tarieven te verhogen. Wij nemen als uitgangspunt de door het Rijk gehanteerde artikel 12 norm. Het verschil tussen artikel 12 norm en de OZB tarieven die wij heffen is de onbenutte belastingcapaciteit. Doordat we bij de rioolheffing en de afvalstoffenheffing uitgaan van 100% kostendekking is daar geen sprake van onbenutte capaciteit.
|
Weerstandscapaciteit jaarrekening 2019
|
Bedrag
|
Algemene reserve*
|
14.812.000
|
Totaal incidenteel
|
14.812.000
|
* De stand per 31 december 2024 is de werkelijke stand per 31 december 2019. Inclusief raadsbesluiten tot en met maart 2020, de werkelijke mutaties jaarrekening 2019 en de geraamde mutaties kadernota 2020. Exclusief jaarrekeningresultaat 2019 en de overheveling van restant budgetten 2019 naar 2020.
|
Risicomatrix
Op basis van de inschatting van het risico stellen wij een risicomatrix op. Hiermee geven wij een overall inzicht in omvang en kans waarop het risico zich kan voordoen .
Omvang risico
|
Enorm > 1.000.000
|
|
|
|
1
|
|
Substantieel 250.000-1.000.000
|
9 - 11
|
3 - 25
|
2 - 22 - 23 - 24
|
|
|
Matig 100.000-250.000
|
|
26
|
5
|
4 - 6 - 7
|
|
Gering 50.000-100.000
|
14
|
|
10
|
8
|
|
Minimaal 0-50.000
|
|
|
|
12 - 13
|
|
|
Onwaarschijnlijk 0-20%
|
Mogelijk 20-40%
|
Aannemelijk 40-60%
|
Waarschijnlijk 60-80%
|
Zeer waarschijnlijk 80-100%
|
Kans risico |
Overzicht van alle structurele en incidentele risico’s (benodigde weerstandscapaciteit)
Toelichting structurele risico’s
1
|
Omschrijving Risico
|
Herverdeling Gemeentefonds
De voorlopige uitkomst van het onderzoek herverdeling algemene uitkering laat forse voor- en nadelen zien. Dit is een reden voor de fondsbeheerders om de herverdeling met een jaar uit te stellen tot 2022. Dit geeft de fondsbeheerders tijd voor nader onderzoek. De huidige uitkomsten laten zien dat de plattelandsgemeenten er op achteruit gaan. Het nadeel kan oplopen tot € 80 á € 100 per inwoner, voor Lochem zou dat gaan om ca. € 3.000.000 (over 4 jaar).
|
Beheers-maatregel
|
De gevolgen van de herverdeling zijn nog te onduidelijk om te verwerken in onze begroting. Daarom nemen we dit op als risico. Bij aanpassingen binnen het gemeentefonds met grote financiële gevolgen geldt een overgangsregeling. Voor de bepaling van het risico gaan we uit van een regeling voor 4 jaar. Het is nog niet bekend wanneer de herverdeling wordt vastgesteld. Waarschijnlijk komen de uitkomsten in de circulaire van december 2020. |
Bruto bedrag
|
2022: € 750.000 2023: € 1.500.000 2024: € 2.250.000 2025: € 3.000.000 (structureel)
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60 - 80%
|
Netto bedrag
|
2022: € 525.000 2023: € 1.050.000 2024: € 1.575.000 2025: € 2.100.000 (structureel) |
2
|
Omschrijving Risico
|
Aantal cliënten Ondersteuning Thuis
Er is een stijging van het beroep dat op Ondersteuning Thuis wordt gedaan. In de voorstellen rekenden we met aannames op basis van de ervaringen van het eerste jaar abonnementstarief en de vergrijzing. Met een jaar ervaring is het nog onduidelijk hoe hoog de feitelijke stijging zal zijn. Het verschil tussen 1.000 en 1.300 cliënten merken we daarom als risico aan. De omvang van het risico stijgt in de loop van de jaren doordat het aantal cliënten stapsgewijs groeit. Deze vlakt in latere jaren af omdat tegelijkertijd de inkomsten van de eigen bijdragen licht meegroeien en de splitsing van OT effect sorteert.
|
Beheers-maatregel
|
Door de integrale toegang bij ’t Baken kan nut en noodzaak van Ondersteuning Thuis goed worden afgewogen. Consulenten wegen de mogelijkheden van eigen kracht zorgvuldig af. Het splitsen van het product OT in “Schoon huis” en “Grip op huishouden”. |
Bruto bedrag
|
2021: € 150.000 2022: € 362.000 2023: € 627.000 2024: € 850.000
|
Kans
|
Aannemelijk 40 – 60%
|
Netto bedrag
|
2021: € 75.000 2022: € 181.000 2023: € 313.500 2024: € 425.000
|
3
|
Omschrijving Risico
|
Toerekening uren investeringen en grondexploitaties
Bij de voorbereiding en uitvoering van investeringen en grondexploitaties zetten wij interne uren in. Dit houdt in dat wij de kredieten inclusief de benodigde interne uren ramen. De bijbehorende salarislasten inclusief overhead verhogen het krediet. Het voordeel is dat deze lasten jaarlijks niet op de reguliere begroting drukken. Voorwaardelijk is dat er continuïteit van projecten is. Er bestaat een risico dat er minder projecten in uitvoering worden genomen. Daardoor komen de lasten als nog ten laste van de begroting.
|
Beheers-maatregel
|
Op basis van de tijdregistratie wordt periodiek gerapporteerd over de stand van zaken van deze interne uren.
|
Bruto bedrag
|
€ 675.000
|
Kans
|
Mogelijk 20 – 40%
|
Netto bedrag
|
€ 202.500 |
4
|
Omschrijving Risico
|
Duurzaam beheer laanbomen buitengebied
Uit de voorlopige projectevaluatie komt naar voren dat de kosten hoger zijn dan waar we bij het circulair financieringsmodel van het project vanuit gingen. Belangrijkste redenen hiervoor zijn het hoger aantal te kappen risicobomen (werkelijk 600 stuks - geraamd 250 stuks) door de droge zomers en stormen van de afgelopen jaren, de veel lagere houtopbrengsten en de weinig marktconforme marktprijzen voor snoei en VTA (geraamd € 16 per boom – werkelijk € 23 tot € 25 per boom). De bovengrens van de mogelijke financiële tegenvallers ramen we op € 175.000 (beschikbaar budget structureel 2021 e.v. € 220.000 – maximale kosten € 395.000).
|
Beheers-maatregel
|
We stellen een projectevaluatie op die we in het 2e kwartaal 2020 aanbieden aan de raad. Hierin geven we een actualisatie van de financiën, aan de hand van opgedane ervaringen en onderzoeken. |
Bruto bedrag
|
€ 175.000
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60 – 80%
|
Netto bedrag
|
€ 122.500 |
5
|
Omschrijving Risico
|
Nieuwe Wet inburgering per 2021
Op 1 juli 2021 gaat de nieuwe Wet inburgering 2021 in. Het doel van deze wet is dat alle nieuwkomers met een inburgeringsplicht zo snel mogelijk Nederlands leren spreken en aan het werk gaan. Het betreft een nieuwe taak voor de gemeenten. Er is een risico dat de Rijksmiddelen onvoldoende zijn om de uitgaven te dekken.
|
Beheers-maatregel
|
Met Rijksmiddelen voeren we in 2020 de pilot duale inburgering uit. In de pilot leren we wat een nieuwkomer nodig heeft. Ook leren we hoe we effectief en efficiënt lokaal maatwerk kunnen organiseren. De pilot geeft inzicht in het effect, de kosten en de opbrengsten van onze lokale aanpak.
|
Bruto bedrag
|
€ 170.000
|
Kans
|
Aannemelijk 40 – 60%
|
Netto bedrag
|
€ 85.000
|
6
|
Omschrijving Risico
|
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Op 1 januari 2021 treedt de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. Deze datum hangt overigens samen met de datum waarop de Omgevingswet definitief in werking treedt.
De Wkb heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van aannemers ten opzichte van particuliere en professionele opdrachtgevers uitgebreid. De wet gaat gefaseerd in. Er wordt gestart met de eenvoudigere bouwprojecten. Daarna volgen eventueel de meer complexere.
Met het voorgenomen stelsel van kwaliteitsborging vervallen taken van de gemeenten. Voor die taken kunnen geen leges meer geïnd worden. Landelijk is de inschatting dat gemeenten 30% minder leges kunnen heffen voor de omgevingsvergunningen bouw. De verwachting is dat dit % in Lochem iets lager ligt. In de financiële mutaties voor de Kadernota 2021 zijn we uitgegaan van een daling van 15% van de legesinkomsten. De werkelijke impact op de legesinkomsten zien we pas na inwerkingtreding van de Wkb. Daarom hanteren we als risico de overige 15% daling van de leges.
|
Beheers-maatregel
|
We nemen deel aan proefprojecten gezamenlijk met aannemers en kwaliteitsborgers. Op basis van die pilots bepalen wij het uiteindelijke legestarief.
|
Bruto bedrag
|
€ 680.000 x 15% = € 102.000
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60% - 80%
|
Netto bedrag
|
€ 71.400
|
7
|
Omschrijving Risico
|
Stijgende bouwkosten
De bouwprijzen zijn de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. In 2019 gemiddeld 7%. De verwachting is dat de stijging zich voortzet, maar wel afvlakt. Voor langer lopende investeringen is het risico dat de oorspronkelijke investeringsraming niet afdoende is. Er is normaal gesproken geen sprake van tussentijdse indexering bij investeringskredieten.
|
Beheers-maatregel
|
Ontwikkelingen in de markt volgen. Daarbij vindt eerst de afweging plaats of het haalbaar is de investering uit te voeren binnen de oorspronkelijke raming door verantwoorde aanpassing van de kwaliteit/uitgangspunten.
|
Bruto bedrag
|
€ 20.000 cumulatief per jaar
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60 – 80%
|
Netto bedrag
|
2020: € 14.000 2021: € 28.000 2022: € 42.000 2023: € 56.000 2024: € 70.000
|
8
|
Omschrijving Risico
|
Beoordeling van initiatieven grootschalige energie opwek
Nieuwe initiatieven voor grootschalige opwek (zon en wind) vragen capaciteit aan gemeentezijde. Dit geldt voor de stroomlijning van het proces, maar vooral ook voor de landschappelijke inpassing van de initiatieven. De capaciteit voor deze nieuwe initiatieven is nu niet aanwezig.
In de toekomst wordt bij initiatieven meer gestuurd op landschappelijke inpassing/compensatie. Het is nog niet helder of we deze taak zelf gaan oppakken. Dit is afhankelijk van de omvang. Het uitbesteden, regionaal samenwerken of in eigen beheer zijn mogelijkheden die te zijner tijd nader onderzocht worden..
De bedoeling is dat de benodigde € 75.000 uit de meeropbrengst leges wordt betaald. De verwachting is dat er jaarlijks 30 ha zonneparken wordt aangelegd en daarnaast windmolens. Dit zijn grote investeringen. Leges worden geheven op basis van deze investeringen (bouwkosten). Echter er is ook nog een grote onzekerheid.
|
Beheers-maatregel
|
Ontwikkelingen binnen dit taakveld volgen we op de voet |
Bruto bedrag
|
€ 75.000
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60% - 80%
|
Netto bedrag
|
€ 52.500
|
9
|
Omschrijving Risico
|
Jeugdhulp, extra middelen 2022 en verder
Met de meicirculaire 2019 zijn extra middelen toegevoegd voor Jeugdhulp voor 2019-2021. Voor de gemeenten is belangrijk of ze deze middelen ook voor 2022 en volgende jaren in hun begroting kunnen opnemen. Er komt een onderzoek naar de noodzaak van structurele middelen. De resultaten uit dat onderzoek (afgerond in najaar 2020) dienen als inbreng voor de komende kabinetsformatie (verkiezingen maart 2021). Voor nu is een richtlijn afgesproken hoe de gemeenten mogen omgaan met de mogelijke extra middelen voor 2022 en verder. De richtlijn geeft aan dat de gemeenten een stelpost kunnen opnemen voor de extra middelen. Deze stelpost mag niet hoger zijn dan het extra bedrag over 2021, voor Lochem € 410.000. De extra middelen worden vanuit het financieel toezicht gezien als structureel.
|
Beheers-maatregel
|
Voorwaarde bij het ramen van de stelpost is dat de gemeente zelf maatregelen neemt om de kosten voor jeugdhulp te beheersen. Wij doen dat op diverse manieren.
|
Bruto bedrag
|
€ 410.000
|
Kans
|
Onwaarschijnlijk 0 – 20%
|
Netto bedrag
|
€ 41.000
|
10 |
Omschrijving Risico
|
Onbenutte ruimte onder plafond BTW-compensatiefonds
In de meicirculaire Gemeentefonds 2018 heeft het rijk de systematiek met betrekking tot de verrekening van de ruimte binnen het BTW-compensatiefonds gewijzigd. De reden hiervoor is dat (de ruimte onder) het plafond BCF momenteel al vanaf januari (in de circulaire) wordt bevoorschot, terwijl het geld pas later dat jaar door het Ministerie van Financiën bij de Miljoenennota in de begroting van het gemeentefonds beschikbaar wordt gesteld. De wijziging levert een structureel financieel nadeel op voor de gemeenten in de begroting. Omdat er nu verrekening achteraf plaatsvindt valt een ingeschat voordeel weg. De provincie als toezichthouder staat gemeenten toe om onder voorwaarden het budgettaire voordeel weer op te nemen in de begroting. Wij hebben dit structureel toegepast in de Begroting 2020.
|
Beheers- maatregel
|
Wij nemen, conform het advies van de provincie, een behoedzame raming op in de begroting. Op grond van de septembercirculaire 2019 is dat vanaf 2020 de helft van de definitieve afrekening 2019. |
Bruto bedrag
|
€ 75.000 |
Kans |
Aannemelijk 40 – 60% |
Netto bedrag |
€ 37.500 |
11 |
Omschrijving Risico |
Omgevingswet
Het betreft een fundamentele herziening van het omgevingsrecht met grote gevolgen voor de werkwijze van de overheid. Overheden werken samen onder leiding van RWS, VNG, IPO en de Unie van Waterschappen om de invoering van de wet voor te bereiden. Parallel loopt het wetgevingsproces van het Rijk. De invoering van de Omgevingswet kost meer tijd dan verwacht. De inwerkingtreding van de Omgevingswet zal dan ook op een later tijdstip plaatsvinden dan 1 januari 2021. De combinatie van een stevige implementatieopgave en de maatregelen rond het coronavirus heeft grote impact op alle partijen die werken aan de Omgevingswet. Na overleg met de bestuurlijke partners komt de minister met een voorstel voor een nieuwe inwerkingtredingsdatum. Afhankelijk van de uitkomsten van het wetgevingsproces en de lokale gemeentelijke keuzes is een substantiële vermindering van de legesopbrengsten voor omgevingsvergunningen mogelijk, omdat er bijvoorbeeld meer bouwwerkzaamheden vergunningsvrij zullen zijn. Dit nadeel komt voor rekening van de gemeente.
|
Beheers- maatregel
|
Volgens de huidige inzichten kunnen gemeenten binnen de Omgevingswet zelf in hoge mate bepalen welke activiteiten vergunningsvrij worden. Daarnaast zijn serviceformules in voorbereiding om klantprocessen te stroomlijnen en zodoende de kosten te kunnen afwegen. Door het uitstel van de invoeringsdatum is het op dit moment nog niet duidelijk vanaf wanneer het risico speelt. |
Bruto bedrag |
€ 370.000 |
Kans |
Onwaarschijnlijk 0 – 20% |
Netto bedrag |
€ 37.000 |
12 |
Omschrijving Risico |
Toename kosten meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling
De wet meldcode huiselijk geweld is per 2019 aangescherpt. Professionals moeten eerder overgaan tot melding bij vermoedens van huiselijk geweld. Landelijk wordt geschat dat dit leidt tot 10-15% meer meldingen. De afwikkeling daarvan leidt tot hogere uitvoeringskosten voor Veilig Thuis NOG en gemeente. We verwachten deze verhoging in 2019/2020 beter te kunnen kwantificeren. We zullen hiervoor in eerste instantie dekking zoeken binnen de gereserveerde tijdelijke middelen voor de transformatie van huiselijk geweld in 2019 en 2020. Mogelijk leidt dit tot een stijging van € 30.000 aan extra kosten (excl. extra kosten hulpverlening).
|
Beheers- maatregel |
Door deskundigheidsbevordering van professionals vergroten wij hun efficiency, dit is onderdeel van ons lokale actieplan. Door er vroeger bij te zijn, hopen we hogere zorgkosten in een later stadium te voorkomen. We zetten zoveel mogelijk bewezen effectieve interventies in. Bij evaluatie eind 2022 worden voorstellen gedaan m.b.t. kosten en benodigd budget. |
Bruto bedrag |
€ 30.000 |
Kans |
Waarschijnlijk 60 – 80% |
Netto bedrag |
€ 21.000 |
13 |
Omschrijving Risico |
Brandweerkazerne Almen
Wij zoeken naar een geschikte locatie om een nieuwe kazerne voor de brandweer Almen te kunnen bouwen. Er is nog geen geschikte locatie gevonden. Wij moeten rekening houden met hogere kosten van verwerving, sloop- en bouwkosten. De oorspronkelijke raming (2017) van € 1.100.000 is niet voldoende. Op basis van de huidige inzichten moet naar verwachting rekening worden gehouden met € 1.500.000. Onder andere omdat de bouwkosten gemiddeld met 7% zijn gestegen, bouwvoorschriften voor publieke gebouwen zijn aangescherpt en Arbo-eisen zijn aangescherpt.
|
Behers- maatregel |
Wij hebben een perceel kunnen verwerven zonder kosten te maken. Wij onderzoeken of een brandweerkazerne op deze locatie realiseerbaar is. Tegen de tijd dat er een concreet plan ligt, komt er een raadsvoorstel langs de raad. |
Bruto bedrag |
Investering € 400.000, met kapitaallasten (bij gereed komen in 2021): Vanaf 2022 € 11.000 |
Kans |
Waarschijnlijk 60 - 80% |
Netto bedrag |
€ 7.700 |
14 |
Omschrijving Risico
|
Renterisico
Door de dalende rente op zowel de geldmarkt als de kapitaalmarkt is in de meerjarenbegroting rekening gehouden met een rentepercentage van 0 % voor leningen met een looptijd van maximaal 10 jaar. Omdat het rentepercentage onvoorspelbaar is bestaat er een renterisico voor nieuw af te sluiten kort- en langlopende geldleningen. In de begroting 2020 is rekening gehouden met een halverwege het jaar nieuw af te sluiten langlopende lening van € 10.000.000 tegen een rentepercentage van 1%.
|
Beheers- maatregel |
Periodiek rente ontwikkeling nauwlettend volgen voor de kort- en langlopende leningen en periodiek de liquiditeitsbehoefte berekenen. |
Bruto bedrag |
€ 50.000 |
Kans |
Onwaarschijnlijk 0 – 20% |
Netto bedrag |
€ 5.000 |
15 |
Omschrijving Risico |
Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG)
Dit risico vervalt. In de Kadernota 2021 hebben we de raming geactualiseerd (zie financiële mutaties Kadernota 2021, raad 6 juli 2020). Op basis van de concept programmabegroting 2021-2024 (besluitvorming; 6 april 2020 in het DB en 25 juni 2020 in het AB van de VNOG) is besloten de financiële gevolgen te verwerken als financiële mutatie met een structureel karakter in de Kadernota 2021. Het is niet de verwachting dat deze begroting nog significant wijzigt. Dit is de eerste begroting op basis van de Toekomstvisie van de VNOG en de bijbehorende Opdrachten, die door het algemeen bestuur van de VNOG op 15 januari 2020 zijn vastgesteld. De hogere bijdrage laat zich verklaren door: - een hoger aandeel binnen het verdeelmodel, het effect is vanaf 2021 ongeveer €130.000 - vanaf 2020, ongeveer € 100.000 (€ 90.000 in 2020) door autonome ontwikkelingen, enerzijds door een verschil in gehanteerde indexen voor prijscompensatie en anderzijds is dit een niet nader te specificeren uitvloeisel van de Toekomstvisie van de VNOG.
|
Beheers- maatregel |
|
Bruto bedrag |
Vervalt; financieel verwerkt in de Kadernota 2021. |
Kans |
|
Netto bedrag |
|
16 |
Omschrijving Risico |
Jeugdhulp zorg in natura
Risico vervalt. We verwachten de taakstelling jeugdhulp te kunnen behalen. De jeugdhulp kent een open einde financiering. We gaan er vanuit dat onze huidige budgetten daarvoor voldoende zijn.
|
Beheers- maatregel |
|
Bruto bedrag |
Vervalt |
Kans |
|
Netto bedrag |
|
17 |
Omschrijving Risico |
Beheer eikenprocessierups
Risico vervalt. Het beheersen van de eikenprocessierups (epr) is een landelijk en ook blijvend vraagstuk. De ontwikkeling van de epr kan per jaar sterk variëren, waardoor beheersing voortdurend aandacht en bijstelling vraagt. Doel is overlast in de openbare ruimte tegengaan en de gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk te beperken. Daarvoor zijn de huidige budgetten te gering. Voor de Kadernota 2021 leggen we de raad nieuw beleid voor (€ 40.000 structureel extra, vanaf 2020), bovenop het reguliere budget. Dit budget zetten we in voor gerichte curatieve bestrijding van de epr met een extra zuigunit. We verwachten niet dat we daarmee de epr uitroeien, maar wel beheersen. We voldoen daarmee aan de minimale, wettelijke zorgplicht. Bij de begroting 2021 beoordelen we dit opnieuw. |
Beheers- maatregel |
|
Bruto bedrag |
Vervalt; financieel verwerkt in de Kadernota 2021. |
Kans |
|
Netto bedrag |
|
18 |
Omschrijving Risico |
Beheer Japanse duizendknoop (JDK)
Risico vervalt. Het beheersen van de invasieve exoten is een landelijk en ook blijvend vraagstuk. Jaarlijks zijn er (landelijk) nieuwe inzichten ten aanzien van de impact en de bestrijding van JDK. Doel is overlast in de openbare ruimte tegengaan. Eventuele schade aan infrastructuur, kunstwerken en gebouwen van onszelf, of derden is niet te bepalen. We gaan er vanuit dat de huidige methode van beheersen (separaat maaien en afvoeren) voldoende is. We voldoen daarmee aan de minimale, wettelijke zorgplicht. Afgelopen jaren hebben we samen met CirculusBerkel (BuitenRuimte) ook verschillende andere bestrijdingsmethodes getest en gemonitord. De komende groeiseizoenen moet blijken wat de effecten van de verschillende methoden zijn.
|
Beheers- maatregel |
|
Bruto bedrag |
Vervalt. |
Kans |
|
Netto bedrag |
|
19 |
Omschrijving Risico |
Capaciteit t Baken
Risico vervalt. Er is een evaluatie uitgevoerd. Uit de evaluatie blijkt dat er structurele formatie benodigd is. De financiële gevolgen zijn in beeld gebracht en zijn via een raadsvoorstel in maart 2020 voorgelegd aan de raad. Besluitvorming door de raad moet nog plaatsvinden op het moment van opstellen van de jaarrekening 2019 en Kadernota 2021.
|
Beheers- maatregel |
|
Bruto bedrag |
Vervalt; financieel verwerkt in de Kadernota 2021. |
Kans |
|
Netto bedrag |
|
20 |
Omschrijving Risico |
Scholenbouw Laren
Risico vervalt. In maart 2020 boden we de raad een raadsvoorstel aan voor de scholenbouw Laren met het verzoek om een aanvullend krediet. Besluitvorming door de raad moet nog plaatsvinden op het moment van opstellen van de jaarrekening 2019 en Kadernota 2021.
|
Beheers- maatregel |
|
Bruto bedrag |
Vervalt; financieel verwerkt in de Kadernota 2021. |
Kans |
|
Netto bedrag |
|
Totaal nettobedrag structurele risico’s € 2.753.100 |
Toelichting incidentele risico’s:
21
|
Omschrijving Risico
|
Grondexploitaties
Grondexploitaties brengen risico’s met zich mee. Zowel de voordelen als de nadelen komen ten gunste/ laste van de algemene middelen. Hoe langer de looptijd van een plan, hoe lastiger deze ontwikkelingen zijn in te schatten. Als uitgangspunt wordt genomen dat de afzet van de woningbouwkavels in de uitbreidingsplannen gestaag doorgaan met enkele bouwkavels per jaar. De grondexploitatie-berekeningen zijn geactualiseerd met peildatum 1 januari 2020. In 2019 werkten we aan een nauwkeuriger methode voor de risicoanalyse van de grondexploitaties. De risico’s en beheersmaatregelen zijn vertaald naar een rekenmodule waarmee we een Monte Carlo simulatie hebben uitgevoerd. Op basis van de resultaten van de Monte Carlo analyse komen wij tot dit risico. Voortaan vatten we alle grondexploitaties in één risico samen. Bij de Monte Carlo analyse rolt er geen brutobedrag en waarschijnlijkheidspercentage (kans) uit, maar komt er gelijk een nettobedrag als risico uit de simulatie
|
Beheers-maatregel
|
Daar waar nodig vindt overleg plaats met de gemeenteraad over programmawijzigingen en de financiële aspecten daarvan. De ontwikkelingen op de woningmarkt, en de risico’s die daaraan kleven, worden scherp in de gaten gehouden.
|
Bruto bedrag
|
n.v.t.
|
Kans
|
n.v.t.
|
Netto bedrag
|
€ 860.000
|
22
|
Omschrijving Risico
|
Opheffen onbewaakte spoorwegovergangen
De gesprekken met ProRail over het NABO-programma (Niet Actief Beveiligde Overweg) hebben in maart 2020 tot inzicht geleid in de actuele kostenramingen. ProRail werkt hierbij met scenario’s en met opslagen voor mogelijke tegenvallers. De bovengrens van de mogelijke financiële tegenvallers in het NABO-programma wordt nu door ProRail geraamd op € 887.500 voor het deel van de gemeente Lochem, bovenop het beschikbare budget dat we al hebben van € 775.000.
|
Beheers- maatregel
|
Diverse beheersmaatregelen zijn mogelijk en hebben betrekking op de te beveiligen en ondertunnelen overwegen. De ontwerpen en uitvoering van deze werkzaamheden worden zo sober mogelijk uitgevoerd. Hiernaast zal worden onderzocht of een alternatief voor de te beveiligen overgang Diekink mogelijk is. Tevens wordt het gesprek aangegaan met zowel de Provincie Gelderland als ProRail om hun financiële bijdrage aan het programma te vergroten.
|
Bruto bedrag
|
€ 887.500
|
Kans
|
Aannemelijk 40 – 60%
|
Netto bedrag
|
€ 443.750
|
23
|
Omschrijving Risico
|
Wijziging Woonplaatsbeginsel Jeugdhulp
De wetswijziging over het Woonplaatsbeginsel (wpb) in de Jeugdwet is in februari door de eerste kamer afgehandeld. De datum van invoering is 1 januari 2021. De financiële gevolgen zijn nog niet bekend.
Tot die tijd is de uitkering van het Rijk gebaseerd op de werkelijke lasten met een tijdsverschil van 2 jaar (de T-2 methode). Die methode stopt en dan gaat het Rijk de uitkering berekenen op grond van objectieve gegevens zoals aantal inwoners en aantal jeugdigen tot 18 jaar. Voor de nadelen die kunnen ontstaan bij de gemeenten komen tijdelijke compensatieregelingen.
Er is een risico dat het drempelbedrag voor compensatie van € 500.000 niet wordt gehaald en dat de laatste verblijfplaats bij een aantal jeugdigen niet te achterhalen is waardoor gemeente Lochem moet betalen. We verwachten nu dat er in totaal 30 (voogdij) jeugdigen minder een financieel beroep doen op gemeente Lochem. Onzeker is wat de kosten zijn van de 15 (voogdij) jeugdigen die elders wonen en onze verantwoordelijkheid worden. De overgang van de huidige situatie (is tot en met 2020) naar de nieuwe situatie kan budgettair-neutraal verlopen. Maar dat is dus onder andere afhankelijk van kosten van de uit- en instromende groep en of we in aanmerking komen voor tijdelijke compensatie.
|
Beheers-maatregel
|
Dit voorjaar starten we met een plan van aanpak om de nieuwe instroom en de uitstroom van voogdijkinderen optimaal in beeld te krijgen, en de benodigde processen aan te passen en te implementeren.
Net als vorige jaren zullen we in 2020 en in 2021 kijken of we in aanmerking komen voor de compensatieregelingen.
|
Bruto bedrag
|
€ 500.000
|
Kans
|
Aannemelijk 40 – 60%
|
Netto bedrag
|
€ 250.000
|
24
|
Omschrijving Risico
|
Garanties
Door de gemeente is in het kader van haar maatschappelijke taak garanties verleend aan verenigingen, stichtingen en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor een totaalbedrag van € 47,3 miljoen. De grootste component betreft het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) met € 46,9 miljoen. Hier loopt de gemeente nauwelijks risico op basis van de achtervangpositie bij het WSW. Totaalbedrag van de garanties waarover de gemeente risico loopt bedraagt € 0,4 miljoen.
|
Beheers-maatregel
|
Het WSW heeft afspraken gemaakt met de VNG en het ministerie van BZK over toezicht, verantwoording en informatievoorziening aan gemeenten vanuit de corporaties en het WSW over de gemeentelijke achtervangpositie binnen het WSW. Voor de overige garanties geldt dat de gemeente afhankelijk is van de bedrijfsvoering en (financiële) resultaten van de derden aan wie de garanties zijn verstrekt. Het periodiek monitoren is hier van belang. |
Bruto bedrag
|
€ 365.000
|
Kans
|
Aannemelijk 40 – 60%
|
Netto bedrag
|
€ 182.500
|
25
|
Omschrijving Risico
|
Afwikkeling GR Delta
Per 1 januari 2020 is de GR geliquideerd. In de voorbereiding is een liquidatiebegroting opgesteld. Deze is ook verwerkt in de begroting van de gemeente Lochem. Op dit moment lopen we tegen een aantal ontwikkelingen aan die mogelijk ook financiële consequenties hebben. Deze financiële consequenties zijn niet opgenomen in het liquidatie danwel opgenomen als PM post. Het gaat bijvoorbeeld over de afkoop van contracten.
|
Beheers-maatregel
|
In overleg met betrokken partijen proberen we tot maatwerkoplossingen te komen, bijvoorbeeld door dienstverlening in aangepaste vorm te continueren vanuit de gemeente Lochem.
|
Bruto bedrag
|
€ 300.000
|
Kans
|
Mogelijk 20 – 40%
|
Netto bedrag
|
€ 90.000 |
26
|
Omschrijving Risico
|
PlusOV
Er is met één van de vervoerders van het routegebonden vervoer nog een verschil van inzicht met betrekking tot de facturen over het schooljaar 2018-2019. Er zijn gesprekken gevoerd, deze hebben niet geleid tot een acceptabele oplossing voor beide partijen. De uitkomst van de afwikkeling van dit dispuut is op dit moment niet in te schatten, maar kan leiden tot een materieel bedrag.
|
Beheers-maatregel
|
We wachten in vertrouwen de gerechtelijke uitspraak af.
|
Bruto bedrag
|
€ 130.000
|
Kans
|
Mogelijk 20 – 40%
|
Netto bedrag
|
€ 39.000
|
27
|
Omschrijving Risico
|
Rondweg Lochem
De provincie Gelderland geeft aan dat ze de rondweg in 2020 aanbesteden en niet voor eind 2022 gereed zal zijn. Uitloop van de planning heeft direct gevolgen voor twee zaken:
Onderhoud verharding Kwinkweerd In 2019 voerden we het onderhoud aan de Kwinkweerd uit. Het was niet langer verantwoord om dit uit te stellen. We informeerden de raad daarover via een memo. De weg is nu weer veilig om te gebruiken. Dit deel van het risico vervalt hiermee.
Verlengen tijdelijke verkeersregelinstallatie (VRI) op de Lochemse brug In 2019 voerden we de proef uit met een ander verkeerssysteem op de Lochemsebrug om de VRI weg te kunnen halen. De proef is geslaagd en in overleg met Rijkswaterstaat (RWS) is afgesproken dat we de VRI begin 2020 verwijderen. Tot de openstelling van de nieuwe brug passen we het huidige verkeerssysteem zonder VRI toe. Ook dit deel van het risico vervalt.
|
Beheers-maatregel
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt.
|
Kans
|
|
Netto bedrag
|
|
28
|
Omschrijving Risico
|
Lochemsebrug
Dit risico vervalt. Met Rijkswaterstaat (RWS) spraken we af dat de huidige verkeersmaatregelen toereikend zijn. De ingestelde voorrangsregeling voor vrachtverkeer functioneert goed en blijft in stand tot het moment van openstelling van de rondweg N346. De uitgevoerde evaluatie van de verkeersmaatregelen bespraken we met RWS. Gezamenlijk trokken we de conclusie dat versterking van de Lochemsebrug definitief niet nodig is.
|
Beheers- maatregel
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt.
|
Kans
|
|
Netto bedrag
|
|
29
|
Omschrijving Risico
|
Etalage naar de Toekomst
Dit risico is ondergebracht onder de risicoanalyse van de grondexploitaties als geheel, daarmee komt het op deze plek te vervallen.
|
Beheers-maatregel
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt; financieel verwerkt in het risico Grondexploitaties.
|
Kans
|
|
Netto bedrag
|
|
Totaal nettobedrag incidentele risico’s € 1.865.250
|
Om makkelijk te beoordelen en vergelijken werken wij met een ratio weerstandsvermogen
Dit is een getal dat weergeeft of wij voldoende financiële reserve hebben om risico’s op te vangen. Wij maken onderscheid in structureel en incidenteel. Bij de structurele ratio delen we de onbenutte belastingcapaciteit door de som van de structurele risico’s. Bij de incidentele ratio delen we het vrij besteedbaar deel van de algemene reserve door de som van de incidentele risico’s. Onderstaand geven wij de berekening van de ratio:
Ratio structureel weerstandvermogen:
Ratio incidenteel weerstandsvermogen:
14.812.000 1.865.250
|
=
|
7,9
|
Ons weerstandsvermogen is uitstekend
Om de ratio van het weerstandsvermogen te beoordelen, gebruiken wij de volgende beoordelingstabel:
Beoordelingstabel weerstandsvermogen |
Schaal |
Ratio weerstandsvermogen |
Betekenis |
A |
> 2,0 |
Uitstekend |
B |
1,4 < x < 2,0 |
Ruim voldoende |
C |
1,0 < x < 1,4 |
Voldoende |
D |
0,8 < x < 1,0 |
Matig |
E |
0,6 < x < 0,8 |
Onvoldoende |
F |
< 0,6 |
Ruim onvoldoende |
Bron: De beoordelingstabel weerstandsvermogen is opgesteld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR).
Het structurele weerstandsvermogen is 2,1 en valt daarmee in schaal A en is daarmee uitstekend. Ten opzichte van de Begroting 2020 (4,0; inclusief amendement Risico Scholenbouw Laren - begroting 2020) neemt de ratio met 1,9 af. Dit komt doordat we nu meer structurele risico’s voorzien. Het risicobedrag stijgt met € 1,3 miljoen door met name het risico voor de herverdeling Gemeentefonds.
Ten opzichte van de Begroting 2020 neemt de ratio voor het incidentele weerstandsvermogen af van 8,1 (inclusief amendement Risico Scholenbouw Laren - begroting 2020) naar 7,9. Ook nu valt deze ruim in schaal A en is daarmee uitstekend. Het lagere ratio komt doordat de incidentele risico’s € 250.000 hoger zijn dan bij de Begroting 2020. Het nieuwe risico opheffen onbewaakte spoorwegovergangen is een belangrijke oorzaak hiervan.
Financiële kengetallen
Doordat alle gemeenten de kengetallen op dezelfde wijze berekenen, zijn de gemeenten ook onderling vergelijkbaar.
Kengetallen |
Jaarrekening 2018 |
Begroting 2019 |
Jaarrekening 2019 |
Norm |
Netto schuldquote |
36% |
44% |
21% |
A |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
30% |
39% |
16% |
A |
Solvabiliteitsratio |
42% |
42% |
47% |
B |
Structurele exploitatieruimte |
2% |
2% |
3% |
A |
Grondexploitatie |
16% |
11% |
10% |
A |
Belastingcapaciteit |
104% |
108% |
107% |
C |
Beoordeling en toelichting financiële kengetallen
De afzonderlijke financiële kengetallen zeggen nog weinig over hoe de financiële positie van de gemeente is. Zo hoeft een hoge schuld geen nadelig effect te hebben op de financiële positie, maar is dat afhankelijk of en wat er aan eigen vermogen en baten tegenover die schuld staat en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. De kengetallen moeten dan ook in samenhang en ten opzichte van een normenkader worden bezien. Onderstaand gaan wij hier op in.
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). De netto schuldquote is ten opzichte van de jaarrekening 2018 en de begroting 2019 met name gedaald door de hogere baten in 2019 ten opzichte van 2018 en de begroting 2019. Dit betreft met name de werkelijke opbrengst precariobelasting in 2019 (incidentele bate). Daarnaast zijn de uitzettingen korter dan één jaar ultimo 2019 fors gestegen ten opzichte van 2018, door met name het saldo van het schatkistbankieren.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De solvabiliteit is ten opzichte van 2018 en de begroting 2019 gestegen. Dit komt met name door de stijging van het eigen vermogen. Dit betreft met name het resultaat 2019.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Het kengetal is in 2019 werkelijk en begroot nagenoeg gelijk aan elkaar. Ten opzichte van de jaarrekening 2018 is het kengetal gedaald in 2019. Dit komt door een lagere boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie en de hogere baten in 2019.
Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlastenmeerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage. Het tarief voor rioolheffing en afvalstoffenheffing is bij ons 100% kostendekkend. Er zit nog wel ruimte om het OZB tarief te verhogen (onbenutte belastingcapaciteit).
Normering
Om goed invulling te geven aan de waarde van deze financiële kengetallen is een normenkader van belang. De gemeente Lochem sluit aan bij de signaleringswaarden van de provincie Gelderland.
Signaleringswaarden kengetallen provincie Gelderland
Kengetallen:
|
Provincie Gelderland 7-10-2015 Signaleringswaarden stresstest 100.000+ gemeenten
|
|
Categorie A minst risicovol
|
Categorie B
|
Categorie C meest risicovol
|
netto schuldquote
|
< 90%
|
90 - 130%
|
> 130%
|
netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
|
< 90%
|
90 - 130%
|
> 130%
|
solvabiliteitsratio
|
> 50%
|
20 - 50%
|
< 20%
|
structurele exploitatieruimte
|
Begr én MJR > 0%
|
Begr of MJR >0%
|
Begr én MJR < 0%
|
grondexploitatie
|
< 20%
|
20 - 35%
|
> 35%
|
belastingcapaciteit
|
< 95%
|
95 - 105%
|
> 105%
|
In bovenstaande tabel staan de signaleringswaarden die de provincie Gelderland als normenkader hanteert. Aan deze categorieën is geen directe kwalificatie gegeven.