Hoofdstuk 1 Aanbiedingsbrief

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

Bijzondere omstandigheden
Toen wij begin dit jaar een start maakten met deze kadernota konden we onmogelijk voorzien tegen welke achtergrond wij deze nu aanbieden. Namelijk, een wereldwijde crisis als gevolg van de uitbraak van het coronavirus. Wij zitten daar op dit moment middenin. De gevolgen zijn verstrekkend. De onzekerheid die de crisis met zich meebrengt voor onze inwoners, bedrijven, partners en maatschappelijk instellingen is enorm. Er zijn grote zorgen op het gebied van gezondheid en economie. Wij leven mee met iedereen die door deze crisis wordt geraakt.
De crisis brengt ook onzekerheden met zich mee voor ons financieel perspectief. Dat de gevolgen ingrijpend zullen zijn is zo goed als zeker. Desondanks, kunnen we alleen handelen op basis van de kennis van nu. Ook in deze tijd willen we de handen zoveel mogelijk aan het stuur houden. En leggen met de onzekerheden die er zijn, deze kadernota aan u voor.
Als raad bent u hiermee in de gelegenheid uw budgetrecht toe te passen. En kaders mee te geven voor de uitwerking van de begroting. We beseffen ons daarbij dat pas in de loop van dit jaar meer duidelijkheid komt over de gevolgen van de coronacrisis.

Financiële tegenwind
Deze kadernota kwam, ook los van de crisis, tot stand in financieel moeilijke omstandigheden. De afgelopen jaren kenmerkten zich door kortingen van het gemeentefonds en tekorten bij de Jeugdzorg. Dat is ook weer zichtbaar in deze kadernota. Veel nadelen zijn het gevolg van Rijksbeleid waarin wij geen keuze hebben. We hebben desondanks altijd ruimte gehouden voor onze ambities. Daarbij lukte het steeds om een sluitende begroting te presenteren. We zijn daarbij altijd loyaal geweest in de uitvoering van de taken die wij overgedragen kregen van het Rijk en provincie.

Sluitende meerjarenbegroting
Voorliggende kadernota is structureel sluitend in 2024. De twee jaren daarvoor laten tekorten zien. Dit illustreert hoe moeilijk de balans te vinden was tussen het uitvoeren van onze ambities en de keuzes die we moesten maken om deze mogelijk te maken.
Qua oplossingen en taakstellingen naderen we de grens van wat wenselijk is. Nog scherper aan de wind zeilen betekent een ingrijpende aantasting van ons voorzieningenniveau. En dat lijkt wel nodig als wij zien hoe de herverdeling van het gemeentefonds dreigt vorm te krijgen. Die lijkt met name voor de gemeenten met een beperkt aantal inwoners en een groot buitengebied ongunstig uit te pakken.
Het realiseren van het financieel effect van de ombuigingen kost tijd. Dit betekent dat tijdelijke tekorten met incidenteel geld moeten worden gedekt. Voor de tekorten in 2022 (€ 1.496.000) en 2023 (€ 829.000) stellen wij voor gebruik te maken van onze reserves. De definitieve ontvangsten van € 7,7 miljoen van de precariogelden 2016 tot en met 2019 zijn met de jaarrekening 2019 verwerkt. Een deel van deze opbrengst zetten wij in voor de incidentele tekorten. Daarmee voorkomen we dat belangrijke maatschappelijke voorzieningen verdwijnen. 
Daarnaast krijgen we ook te maken met de gevolgen van de corona-crisis Wat de corona-crisis in financiële zin gaat betekenen is nog niet duidelijk. Hopelijk is er komend najaar meer bekend. We betrekken de meest recente informatie bij het opstellen van de begroting 2021. We moeten dan ook kijken in welke mate we onze reserves nog extra moeten inzetten om deze moeilijke situatie het hoofd te bieden.

We doen een stevig beroep op Rijk en provincie
Alles bij elkaar opgeteld is dit vooruitzicht aanleiding om een stevig beroep te doen op Rijk en provincie. Om hen ervan te doordringen wat de gevolgen zijn van het gevoerde financiële beleid richting gemeenten (tekorten Jeugdzorg, ontwikkelingen gemeentefonds) en de gevolgen van de coronacrisis. We sluiten ons daarbij aan bij belangenorganisaties zoals de VNG en P10 (het netwerk van de grootste plattelandsgemeenten). Daarnaast doen wij zelf via een brief een nadrukkelijke oproep aan het kabinet. En we zijn in gesprek met de provincie over hoe zij ons (financieel) kunnen ondersteunen. Duidelijk moet zijn dat we ons op de grens begeven van wat nog haalbaar en wenselijk is. Zeker gelet op de gevolgen van de crisis die we nog nauwelijks overzien, maar die duidelijk de financiële daadkracht van gemeenten te boven gaan.

Stand van zaken collegeprogramma, gevolgen coronacrisis
Bij het opstellen van deze kadernota hebben we ook bekeken hoe ver we gevorderd zijn met ons collegeprogramma. We zijn al een heel eind op weg. Een kort overzicht in één oogopslag treft u aan in bijlage 1.
Door de crisis verkeren we als samenleving en als gemeente in een moeilijke situatie. Ook financieel. Juist daarom investeren we in een krachtige samenleving en een sterke economie. We investeren in preventie (welzijn) en houden het zorgaanbod in het Sociaal Domein op peil. We investeren ook in Recreatie en Toerisme en de Economische agenda, waarin onze natuurlijke omgeving en aanpak klimaatverandering belangrijke onderdelen zijn. Want we weten dat er ook een andere tijd komt ná de crisis. Door te blijven investeren plukken we daar op termijn de vruchten van. Het zal niet gemakkelijk worden, maar we kijken met vertrouwen naar de toekomst.