Wat doen we al?
De afgelopen jaren onderhield de gemeente de civiele kunstwerken op een laag niveau.


Wat gaan we (extra) doen?

Er is een beheerplan Civiele Kunstwerken 2025 - 2030 opgesteld. Het beheerplan is opgesteld binnen reeds vastgestelde beleidskaders. Dit zijn o.a. het IBOR-plan, het Mobiliteitsplan Lochem, het Klimaatadapatatieplan.  


Het beheerplan ondersteunt ons in het structureel beheren en onderhouden van civiele kunstwerken. De opgaven vanuit het beheerplan worden vervat in een Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP). Deze wordt integraal afgestemd met de andere opgaven die spelen in de openbare ruimte. 


Wij stellen voor een voorziening te vormen voor het groot onderhoud van civiele kunstwerken. Voor het klein onderhoud (voor onder meer inspecties en calamiteiten) is structureel extra budget nodig, dat geldt ook voor onderzoek en inventarisatie. Daarnaast is uit beschouwingen gebleken dat in 2025 extra krediet nodig is voor renovatie van de brug Kapperallee en vervanging van de duiker Dochterenseweg. Reeds bestaande middelen zetten wij in ter gedeeltelijke dekking.


Hoe betrekken we inwoners en organisaties?

Het beheer van civiele kunstwerken is technisch van aard en is daarom specialistisch onderhoud. De risico’s met betrekking tot ARBO of en constructieberekeningen kunnen daarom niet door derden of participatief genomen worden. 
Slechts in enkele gevallen kan er een participatief traject gestart worden. Dit wanneer er door bewoners of organisaties meegedacht kan worden over bijvoorbeeld de uitstraling of de naamgeving van een civiel kunstwerk.


Wat kost het?

Voor de vorming en instandhouding van de voorziening groot onderhoud civiele kunstwerken is nodig een eerste storting in 2025 van € 200.000 en daarna een jaarlijkse aanvulling van € 80.000. Voor het klein onderhoud is structureel budget nodig dat varieert van € 134.000 in 2025 tot  € 213.000 in 2027. Daarbij is structureel onderzoeks- en inventarisatiebudget nodig van € 50.000 per jaar. Per saldo is nodig:


2025: € 437.000 waarvan € 200.000 ten laste van de algemene reserve


2026: € 271.000


2027: € 316.000


2028: € 298.000


Daarnaast vragen wij in 2025 een  krediet van € 300.000, de structurele kapitaallasten bedragen vanaf 2026 € 9.000.