Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Lochem bestaat uit:
a. Exploitatie (structurele bronnen) bestaande uit:
- begrotingspost onvoorzien
- onbenutte belastingcapaciteit
b. Eigen vermogen (incidentele bron) bestaande uit:
Weerstandscapaciteit jaarrekening 2020
|
Bedrag
|
Onvoorzien**
|
5.000
|
Onbenutte belastingcapaciteit*
|
5.793.000
|
Totaal structureel
|
5.798.000
|
* De onbenutte belastingcapaciteit, onderdeel OZB, heeft betrekking op de mogelijkheid de OZB tarieven te verhogen. Wij nemen als uitgangspunt de door het Rijk gehanteerde artikel 12 norm. Het verschil tussen artikel 12 norm en de OZB tarieven die wij heffen is de onbenutte belastingcapaciteit. Doordat we bij de rioolheffing en de afvalstoffenheffing uitgaan van 100% kostendekking is daar geen sprake van onbenutte capaciteit.
** Inclusief het voorgestelde bezuinigingsvoorstel kadernota 2022
Weerstandscapaciteit jaarrekening 2020
|
Bedrag
|
Algemene reserve*
|
20.735.000
|
Totaal incidenteel
|
20.735.000
|
* De stand per 31 december 2025 is de werkelijke stand per 31 december 2020.
Inclusief geraamde reservemutaties als gevolg van de raadsbesluiten t/m maart 2021, de werkelijke reservemutaties jaarrekening 2020 en de geraamde reservemutaties kadernota 2022.
Exclusief geraamde reservemutaties als gevolg van het jaarrekeningresultaat 2020 en de overheveling van restant budgetten 2020 naar 2021.
Risicomatrix
Op basis van de inschatting van het risico stellen wij een risicomatrix op. Hiermee geven wij een overall inzicht in omvang en kans waarop het risico zich kan voordoen.
Omvang risico |
Enorm > 750.000
|
|
|
1
|
|
|
Substantieel 350.000-750.000
|
8 - 9
|
4
|
2- 18 - 25
|
16 - 19 - 24
|
|
Matig 125.000-350.000
|
|
|
20 - 21
|
3
|
|
Gering 50.000-125.000
|
|
|
7 - 26
|
5 - 6
|
|
Minimaal 0-50.000
|
|
|
|
10 - 11
|
|
|
Onwaarschijnlijk 0-20%
|
Mogelijk 20-40%
|
Aannemelijk 40-60%
|
Waarschijnlijk 60-80%
|
Zeer waarschijnlijk 80-100%
|
Kans risico |
Overzicht van alle structurele en incidentele risico’s (benodigde weerstandscapaciteit)
Toelichting structurele risico’s
1
|
Omschrijving Risico
|
Aantal cliënten Ondersteuning Thuis
Het beroep op Ondersteuning Thuis stijgt. In de voorstellen rekenden we met aannames. Die baseren we op de ervaringen van het eerste jaar abonnementstarief en de vergrijzing. Met een jaar ervaring is het nog onduidelijk hoe hoog de feitelijke stijging zal zijn. Het verschil tussen 1.000 en 1.300 cliënten merken we daarom als risico aan. Het bedrag waarvoor we risico lopen neemt stapsgewijs per jaar toe en vlakt uiteindelijk af.
|
Beheersmaatregel
|
Door de integrale toegang bij ’t Baken kan nut en noodzaak van Ondersteuning Thuis goed worden afgewogen. Consulenten wegen de mogelijkheden van eigen kracht zorgvuldig af. Het splitsen van het product Ondersteuning Thuis in “Schoon huis” en “Grip op huishouden”.
|
Bruto bedrag
|
2021: € 150.000 2022: € 362.000 2023: € 627.000 2024 e.v.: € 850.000
|
|
Kans
|
Aannemelijk 40-60%
|
|
Nettobedrag
|
2021: € 75.000 2022: € 181.000 2023: € 313.500 2024 e.v.: € 425.000
|
2
|
Omschrijving Risico
|
Wijziging Woonplaatsbeginsel Jeugdhulp
Het Woonplaatsbeginsel ( wpb) verandert per 1 januari 2022.
Op dit moment betalen wij voor jeugdigen die met een voogdijmaatregel wonen en hulp krijgen in Lochem. Het gaat gemiddeld om ongeveer 45 jeugdigen. We krijgen daarvoor geld van het Rijk volgens de zogenoemde T-2 methode. Zo is het budget voor 2020 gebaseerd op onze uitgaven voor het jaar 2018.
Na de wetswijziging betaalt de gemeente van herkomst voor de kosten van de jeugdigen. Het Rijk berekende de voorlopige uitkering op grond van objectieve gegevens, zoals het aantal inwoners en aantal jeugdigen tot 18 jaar. De uitkering gaat ten opzichte van de huidige situatie omlaag. Het voorlopige nadeel voor Lochem is € 1.600.000 structureel vanaf 2022.
Vanaf 2022 dalen ook onze kosten. We betalen in principe alleen nog voor jeugdigen afkomstig uit Lochem. We gaan in 2022 uit van de aanname van 20 kinderen met een voogdijmaatregel. Op grond van de werkelijke kosten in de afgelopen periode gaan we uit van gemiddeld € 60.000 aan kosten per kind. De verwachte lasten Voogdij bedragen dan € 1.200.000 per jaar. Daarbij komen nog de kosten voor 18+, ongeveer € 300.000. In totaal € 1.500.000 aan lasten vanaf 2022. De afgelopen jaren betaalden wij voor Voogdij/18+ tussen de € 2,8 en € 3,3 miljoen. Gemiddeld € 3.100.000 per jaar.
Lasten afgelopen jaren gemiddeld |
3.100.000 |
Verwacht vanaf 2022 |
1.500.000 |
Voordeel minder lasten |
1.600.000 |
Nadeel verlaging rijksuitkering |
-1.600.000 |
Gevolgen voor de begroting |
0 |
Bovenstaande is een aanname. Het uiteindelijke resultaat hangt af van het aantal kinderen dat voor rekening van Lochem komt en de aard van de zorg die deze kinderen nodig hebben. Hierover is pas meer duidelijk als alle jeugdigen in beeld zijn bij de verantwoordelijke gemeente. De uitwisseling van deze gegevens staat gepland vanaf 1 juli 2021. De kans bestaat dat van een aantal kinderen de woonplaats niet te achterhalen is. Wij betalen dan de zorgkosten van deze kinderen. In het geschatte aantal van 20 kinderen houden we rekening dat we voor 5 kinderen de woonplaats niet kunnen achterhalen.
Naast onzekerheid over de kosten is ook de definitieve hoogte van de rijksgelden nog niet bekend.
In het overgangsjaar en de daarop volgende jaren kunnen nadelen ontstaan. De kans bestaat dat de middelen van het Rijk afwijken van de lasten voor Lochem. Voor de nadelen komen tijdelijke compensatieregelingen. Om voor deze regelingen in aanmerking te komen moet de gemeente aan bepaalde voorwaarden voldoen.
|
Beheersmaatregel
|
We brengen met een plan van aanpak de nieuwe instroom en de uitstroom van voogdijkinderen optimaal in beeld. En de benodigde processen gaan we aanpassen en implementeren. Afhankelijk van de verdere uitkomsten onderzoeken we of we in aanmerking komen voor de compensatieregelingen.
|
Bruto bedrag
|
€ 500.000
|
Kans
|
Aannemelijk 40-60%
|
Nettobedrag
|
€ 250.000
|
3
|
Omschrijving Risico
|
Kosten Wmo woningaanpassingen
Voor wonen realiseerden we in 2020 voor € 290.000 meer uitgaven dan oorspronkelijk begroot door een tiental grote woningaanpassingen of plaatsing van woonunits. De uitgaven voor wonen zijn jaarlijks wisselend. De beperkte eigen bijdrage, door het abonnementstarief, zorgt bij meerdere gemeenten voor veel meer aanvragen dan toen de eigen bijdrage nog inkomensafhankelijk was.
|
|
Beheersmaatregel
|
Monitoren tijdens de Burap.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 290.000
|
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60 - 80%
|
|
Nettobedrag
|
€ 203.000
|
4
|
Omschrijving Risico
|
Toerekening uren investeringen en grondexploitaties
Bij de voorbereiding en uitvoering van investeringen en grondexploitaties zetten wij interne uren in. Dit houdt in dat wij de kredieten inclusief de benodigde interne uren ramen. De bijbehorende salarislasten inclusief overhead verhogen het krediet. Het voordeel is dat deze lasten jaarlijks niet op de reguliere begroting drukken. Voorwaardelijk is dat er continuïteit van projecten is. Er bestaat een risico dat er minder projecten in uitvoering worden genomen. Daardoor komen de lasten als nog ten laste van de begroting.
|
Beheersmaatregel
|
Op basis van de tijdregistratie wordt periodiek gerapporteerd over de stand van zaken van deze interne uren.
|
Bruto bedrag
|
€ 675.000
|
Kans
|
Mogelijk 20 - 40%
|
Nettobedrag
|
€ 202.500
|
5
|
Omschrijving Risico
|
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Bij de kadernota 2021 gingen we uit van de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) op 1 januari 2021. Deze datum hangt samen met de datum waarop de Omgevingswet definitief in werking treedt. Nu de datum voor inwerkingtreding van de Omgevingswet is opgeschoven geldt dit ook voor de Wkb. Die treedt nu ook op 1 januari 2022 in werking. De Wkb heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van aannemers ten opzichte van particuliere en professionele opdrachtgevers uitgebreid. De wet gaat gefaseerd in. Er wordt gestart met de eenvoudigere bouwprojecten. Daarna volgen eventueel de meer complexere. Met het voorgenomen stelsel van kwaliteitsborging vervallen taken van de gemeenten. Voor die taken kunnen geen leges meer geïnd worden. Landelijk is de inschatting dat gemeenten 30% minder leges kunnen heffen voor de omgevingsvergunningen bouw. De verwachting is dat dit in Lochem iets lager ligt. In de financiële mutaties voor de Kadernota 2021 zijn we uitgegaan van een daling van 15% van de legesinkomsten vanaf 2021. Nu de inwerkingtreding opschuift, schuift de financiële mutatie ook op naar 2022 en verder. De werkelijke impact op de legesinkomsten zien we pas na inwerkingtreding van de Wkb. Daarom hanteren we als risico de overige 15% daling van de leges. Dit risico geldt ook pas vanaf 2022.
|
Beheersmaatregel
|
We nemen deel aan proefprojecten gezamenlijk met aannemers en kwaliteitsborgers. Op basis van die pilots bepalen wij het uiteindelijke legestarief.
|
Bruto bedrag
|
€ 680.000 x 15% = € 102.000
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60- 80%
|
Nettobedrag
|
€ 71.400
|
6
|
Omschrijving Risico
|
Beoordeling van initiatieven grootschalige energie opwek
Nieuwe initiatieven voor grootschalige opwek (zon en wind) vragen capaciteit aan gemeentezijde. Dit geldt voor de stroomlijning van het proces, maar vooral ook voor de landschappelijke inpassing van de initiatieven. De capaciteit voor deze nieuwe initiatieven is nu niet aanwezig. Ook merken we dat inwonergroepen in verzet komen tegen initiatieven. Dit levert veel vragen op. In de toekomst wordt bij initiatieven meer gestuurd op landschappelijke inpassing/compensatie. Het is nog niet helder of we deze taak zelf gaan oppakken. Dit is afhankelijk van de omvang. Het uitbesteden, regionaal samenwerken of in eigen beheer zijn mogelijkheden die te zijner tijd nader onderzocht worden. De bedoeling is dat de benodigde € 75.000 uit de meeropbrengst leges wordt betaald.
|
Beheersmaatregel
|
Ontwikkelingen binnen dit taakveld volgen we op de voet.
|
Bruto bedrag
|
€ 75.000
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60 – 80%
|
Nettobedrag
|
€ 52.500
|
7
|
Omschrijving Risico
|
Onbenutte ruimte onder plafond BTW-compensatiefonds
In de meicirculaire Gemeentefonds 2018 heeft het rijk de systematiek met betrekking tot de verrekening van de ruimte binnen het BTW-compensatiefonds gewijzigd. De reden hiervoor is dat (de ruimte onder) het plafond BCF momenteel al vanaf januari (in de circulaire) wordt bevoorschot, terwijl het geld pas later dat jaar door het Ministerie van Financiën bij de Miljoenennota in de begroting van het gemeentefonds beschikbaar wordt gesteld. De wijziging levert een structureel financieel nadeel op voor de gemeenten in de begroting. Omdat er nu verrekening achteraf plaatsvindt valt een ingeschat voordeel weg. De provincie als toezichthouder staat gemeenten toe om onder voorwaarden het budgettaire voordeel weer op te nemen in de begroting.
|
Beheersmaatregel
|
Wij nemen, conform het advies van de provincie, een behoedzame raming op in de begroting.
|
Bruto bedrag
|
€ 100.000
|
Kans
|
Aannemelijk 40 – 60%
|
Nettobedrag
|
€ 50.000
|
8
|
Omschrijving Risico
|
Jeugdhulp, extra middelen 2022 en verder
Met de meicirculaire 2019 zijn extra middelen toegevoegd voor Jeugdhulp voor 2019 - 2021. Voor de gemeenten is belangrijk of ze deze middelen ook voor 2022 en verder in hun begroting kunnen opnemen. Er vond een onderzoek naar de noodzaak van structurele middelen plaats. De resultaten daarvan volgden in het najaar van 2020. Op landelijk niveau zal dit na de verkiezingen van maart 2021 een aandachtspunt zijn. Voor nu is een richtlijn afgesproken hoe de gemeenten mogen omgaan met de mogelijke extra middelen voor 2022 en verder. De richtlijn geeft aan dat de gemeenten een stelpost kunnen opnemen voor de extra middelen. Deze stelpost mag niet hoger zijn dan het extra bedrag over 2021. Voor Lochem € 410.000. De extra middelen worden vanuit het financieel toezicht gezien als structureel.
|
|
Beheersmaatregel
|
Voorwaarde bij het ramen van de stelpost is dat de gemeente zelf maatregelen neemt om de kosten voor jeugdhulp te beheersen. Wij doen dat op verschillende manieren.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 410.000
|
|
Kans
|
Onwaarschijnlijk 0 – 20%
|
|
Nettobedrag
|
€ 41.000
|
9
|
Omschrijving Risico
|
Omgevingswet
Het betreft een fundamentele herziening van het omgevingsrecht met grote gevolgen voor de werkwijze van de overheid. Overheden werken samen onder leiding van RWS, VNG, IPO en de Unie van Waterschappen om de invoering van de wet voor te bereiden. Parallel loopt het wetgevingsproces van het Rijk. De invoering van de Omgevingswet kost meer tijd dan verwacht. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is nu 1 januari 2022. Afhankelijk van de uitkomsten van het wetgevingsproces en de lokale gemeentelijke keuzes is een substantiële vermindering van de legesopbrengsten voor omgevingsvergunningen mogelijk, omdat er bijvoorbeeld meer bouwwerkzaamheden vergunningsvrij zullen zijn. Dit nadeel komt voor rekening van de gemeente.
|
|
Beheersmaatregel
|
Volgens de huidige inzichten kunnen gemeenten binnen de Omgevingswet zelf in hoge mate bepalen welke activiteiten vergunningsvrij worden. Daarnaast zijn serviceformules in voorbereiding om klantprocessen te stroomlijnen en zodoende de kosten te kunnen afwegen. Door het uitstel van de invoeringsdatum is het op dit moment nog niet duidelijk vanaf wanneer het risico speelt.Volgens de huidige inzichten kunnen gemeenten binnen de Omgevingswet zelf in hoge mate bepalen welke activiteiten vergunningsvrij worden. Daarnaast zijn serviceformules in voorbereiding om klantprocessen te stroomlijnen en zodoende de kosten te kunnen afwegen. Door het uitstel van de invoeringsdatum is het op dit moment nog niet duidelijk vanaf wanneer het risico speelt.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 370.000
|
|
Kans
|
Onwaarschijnlijk 0 – 20%
|
|
Nettobedrag
|
€ 37.000
|
10
|
Omschrijving Risico
|
Toename kosten meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling
De Wet meldcode huiselijk geweld is per 2019 aangescherpt. Professionals moeten eerder overgaan tot melding bij vermoedens van huiselijk geweld. Volgens een landelijke schatting leidt dit tot 10-15% meer meldingen. In 2019 was deze trend al zichtbaar. De afwikkeling daarvan leidt tot hogere uitvoeringskosten voor Veilig Thuis NOG en gemeente. De verwachte stijging van het aantal meldingen bleef in 2020 uit. Mogelijk komen er in 2021 wel extra meldingen. Dat leidt mogelijk tot een stijging van € 30.000 aan extra kosten (excl. extra kosten hulpverlening).
|
|
Beheersmaatregel
|
Door deskundigheidsbevordering van professionals vergroten wij hun efficiency. Dit is onderdeel van ons lokale actieplan. Door er vroeger bij te zijn, hopen we hogere zorgkosten in een later stadium te voorkomen. We zetten zoveel mogelijk bewezen effectieve interventies in. Eind 2022 vindt een evaluatie plaats. We doen dan voorstellen over kosten en benodigd budget. In 2021 dekken wij deze eventuele extra kosten uit het incidenteel budget Lokaal actieplan.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 30.000
|
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60 – 80%
|
|
Nettobedrag
|
€ 21.000
|
11
|
Omschrijving Risico
|
Scholenbouw Laren
In 2020 gaven schoolbesturen opdracht om de prognose van leerlingen in Laren te actualiseren. Aanleiding was de extra toestroom van leerlingen per 1 oktober 2020 bij de Prins Willem School. De prognose laat een toename in Laren zien met 46 leerlingen in 2022. En oplopend tot 66 leerlingen in 2032. Dit in afwijking van de eerdere prognose in 2019. De gemeente actualiseerde het programma voor woningbouw in Laren. Daarnaast zijn de ambities voor 120 nieuwe woningen in de kernvisie Laren voor wonen opgenomen. Deze nieuwe inzichten zijn in de leerlingen prognose van 2020 verwerkt.
|
|
Beheersmaatregel
|
De gemeente en schoolbesturen voeren verder overleg. Op welke wijze gaan we om met de toename van het aantal te verwachten leerlingen. Wat betekent dit voor het Programma van Eisen en het gebouwconcept. Uitgaande van 66 leerlingen extra in 2032 is extra ruimte capaciteit van 332 m2 het vertrekpunt. Dit betekent wel dat we nagaan hoe we onderwijskwaliteit en effectief gebruik van ruimten zo goed mogelijk bij elkaar kunnen brengen. Kunnen we door bijkomend gebruik van bestaande voorzieningen in Laren de benodigde capaciteit wat beperken? Of lukt dit met inpandige aanpassingen en flexibel gebruik bij dit nieuwe schoolgebouw. Er volgt een procesvoorstel om deze opgave te onderzoeken.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 996.000 ( 66 leerlingen * € 3.000 per m2) als vertrekpunt voor extra ruimtecapaciteit. Omgerekend extra kapitaallasten van € 30.000 vanaf 2024.
|
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60 – 80%
|
|
Nettobedrag
|
€ 21.000
|
12
|
Omschrijving Risico
|
Herverdeling gemeentefonds
Risico vervalt. De voorlopige uitkomst van de herverdeling gemeentefonds levert voor Lochem een voordeel op van € 510.000 in 2023 en € 815.000 in 2024 en verder. Het kabinet besloot de invoering van de herverdeling over te laten aan het nieuwe kabinet. Dit betekent dat de nieuwe verdeling geldt vanaf 2023.
Dit is de uitkomst per februari 2021. De definitieve uitkomsten wijzigen nog. Er volgen nog consultatierondes bij de Raad Openbaar Bestuur en de VNG. Ook moet het ministerie de gebruikte gegevens actualiseren. De huidige resultaten zijn gebaseerd op gegevens over 2017. Op de nog te wijzigen uitkomst van de herverdeling hebben wij geen invloed. Het is zeker dat de voorlopige uitkomst wijzigt. We weten niet in welke mate. Daarmee is het voordeel van € 815.000 onzeker. Om die reden boeken wij het te verwachten voordeel nog niet in. De voorlopige positieve uitkomst betekent wel dat we geen rekening meer houden met een nadelig risico-effect. Het risico vervalt.
|
|
Beheersmaatregel
|
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt.
|
|
Kans
|
|
|
Nettobedrag
|
|
13
|
Omschrijving Risico
|
Duurzaam beheer laanbomen buitengebied
Risico vervalt. In de kadernota 2022 is het project Duurzaam beheer laanbomen buitengebied voor een bedrag van € 215.000 opgenomen als nieuw beleid (3a). Dit bedrag komt voort uit de eindevaluatie Duurzaam beheer laanbomen buitengebied, en de daarin opgenomen voorstellen tot herziening van het beleid. We leggen de eindevaluatie met het nieuwe beleid en financiële consequenties (in het 2e kwartaal 2021) ter besluitvorming voor aan de raad. De financiële consequenties van het nieuwe beleid betrekken we bij het opstellen van de begroting van 2022.
|
|
Beheersmaatregel
|
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt.
|
|
Kans
|
|
|
Nettobedrag
|
|
14
|
Omschrijving Risico
|
Stijgende bouwkosten
Risico vervalt. Indertijd is dit risico geformuleerd vanwege grote prijsstijgingen in de bouwsector. Op dit moment is dit minder prangend. Tegelijkertijd worden risico’s van prijsstijgingen tegenwoordig op programma-/ projectniveau ondervangen. Daarom is het niet langer nodig om een organisatie breed risico op te nemen binnen het weerstandsvermogen.
|
|
Beheersmaatregel
|
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt.
|
|
Kans
|
|
|
Nettobedrag
|
|
15
|
Omschrijving Risico
|
Renterisico
Risico vervalt. In de meerjarenbegroting houden we rekening met een rentepercentage van 0% voor leningen met een looptijd van maximaal 5 jaar. Dit komt door de negatieve rente op de geldmarkt en de lage rente op de kapitaalmarkt. Omdat het rentepercentage onvoorspelbaar is bestaat er een renterisico voor nieuw af te sluiten kort- en langlopende geldleningen. Wij verwachten in de tweede helft van het boekjaar 2021 te kunnen volstaan met het afsluiten van een langlopende lening van € 5 miljoen tegen een rentepercentage van 0 procent. Dit kan door onze liquiditeitspositie per 31-12-2020. Gezien het nettobedrag van dit risico komt deze te vervallen.
|
|
Beheersmaatregel
|
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt.
|
|
Kans
|
|
|
Nettobedrag
|
|
Toelichting structurele risico’s - corona
16
|
Omschrijving Risico
|
Toename van inwoners met een uitkering
De Corona-crisis heeft grote gevolgen voor het bedrijfsleven. Een economische krimp zorgt voor een toename van het aantal inwoners met een uitkering. Deze inwoners willen we de dienstverlening geven die nodig is. Het verstrekken van een uitkering en de begeleiding naar de arbeidsmarkt.
Het risico is dat de cliënt aantallen hoger worden dan 434, waardoor we niet uitkomen met de BUIG middelen en moeten bijramen. De verwachting is met veel onzekerheid omgeven. Als gevolg van de coronacrisis stijgt op dit moment het uitkeringsbestand in veel gemeenten. Daarnaast ook het risico dat de BUIG middelen vanuit het Rijk naar beneden worden bijgesteld, waardoor we inkomsten moeten aframen.
|
|
Beheersmaatregel
|
Sterker maken van de bestaande aanpak en samenwerkingscontacten met:
- Het bedrijfsleven (van werk naar werk trajecten);
- Het UWV (uitstroom vanuit de WW en beperken doorstroom naar de bijstand);
- De scholen (uitstroomplekken voor jongeren, doorleren).
|
|
Bruto bedrag
|
Het structurele bruto risicobedrag is € 377.000 daarnaast is er in 2021 een incidenteel risico van € 380.000.
|
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60 - 80%
|
|
Netto bedrag
|
Het risico bedraagt structureel € 263.900 en daarnaast in 2021 een incidenteel risico € 266.000
|
Totaal netto bedrag structurele risico's |
€ 1.638.300 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Toelichting incidentele risico’s
17
|
Omschrijving Risico
|
Grondexploitaties
Grondexploitaties brengen risico’s met zich mee. Zowel de voordelen als de nadelen komen ten gunste/ laste van de algemene middelen. Hoe langer de looptijd van een plan, hoe lastiger deze ontwikkelingen zijn in te schatten. Als uitgangspunt wordt genomen dat de afzet van de woningbouwkavels in de uitbreidingsplannen gestaag doorgaan met enkele bouwkavels per jaar. De grondexploitatie-berekeningen zijn geactualiseerd met peildatum 1 januari 2021. In 2020 vertaalden we de risico’s en beheersmaatregelen van de grondexploitaties naar een rekenmodule waarmee we een Monte Carlo simulatie hebben uitgevoerd. Op basis van de resultaten van de Monte Carlo analyse komen wij tot dit risico. Voortaan vatten we alle grondexploitaties in één risico samen. Bij de Monte Carlo analyse rolt er geen brutobedrag en waarschijnlijkheidspercentage (kans) uit, maar komt er gelijk een nettobedrag als risico uit de simulatie.
|
|
Beheersmaatregel
|
Daar waar nodig vindt overleg plaats met de gemeenteraad over programmawijzigingen en de financiële aspecten daarvan. De ontwikkelingen op de woningmarkt, en de risico’s die daaraan kleven, worden scherp in de gaten gehouden.
|
|
Bruto bedrag
|
n.v.t.
|
|
Kans
|
n.v.t.
|
|
Nettobedrag
|
€ 840.000
|
18
|
Omschrijving Risico
|
Opheffen onbewaakte spoorwegovergangen
De gesprekken met ProRail over het NABO-programma (Niet Actief Beveiligde Overweg) hebben in maart 2020 tot inzicht geleid in de actuele kostenramingen. ProRail werkt hierbij met scenario’s en met opslagen voor mogelijke tegenvallers. De bovengrens van de mogelijke financiële tegenvallers in het NABO-programma wordt nu door ProRail geraamd op € 550.000 voor het deel van de gemeente Lochem, bovenop het beschikbare budget. Het beschikbare budget is in de bestuursrapportage 2020 aangepast van € 775.000 naar € 867.500. In december 2020 tekenden we de realisatieovereenkomst met ProRail. Voor het opheffen van de overgang bij Aalsvoort is aanvullende besluitvorming nodig, inclusief inspraak. Bezwaar kan mogelijk leiden tot vertraging of aanpassing in de beoogde maatregelen.
|
|
Beheersmaatregel
|
Diverse beheersmaatregelen zijn mogelijk en hebben betrekking op de te beveiligen en ondertunnelen overwegen. De ontwerpen en uitvoering van deze werkzaamheden worden zo sober mogelijk uitgevoerd. Het voornemen is om de overgang bij Aalsvoort (Nengersteeg) op te heffen i.p.v. te beveiligen om de kosten beheersbaar te houden. Een alternatieve ontsluiting zal worden gerealiseerd, waardoor hulpdiensten met het opheffen van de overgang een calamiteitenroute behouden om het bedrijventerrein Aalsvoort te bereiken. Eigenaren van de gronden ten zuiden van overgang kunnen tevens gebruik maken van deze route. Daarnaast is er een aanvullende aanvraag bij de Provincie Gelderland gedaan om hun financiële bijdrage aan het programma te vergroten met € 100.000.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 550.000
|
|
Kans
|
Aannemelijk 40-60%
|
|
Nettobedrag
|
€ 275.000
|
19
|
Omschrijving Risico
|
Jeugdhulp schadeclaim zorgaanbieder
De Zorgregio MIJ/OV beëindigde in overleg met de betrokken gemeenten de raamovereenkomst met een zorgaanbieder. Een rechterlijke uitspraak van oktober 2020 bepaalde dat dit onrechtmatig was. Daarom heeft de zorgaanbieder nu waarschijnlijk recht op schadeloosstelling. De hoogte moet nog worden bepaald. Het uitgangspunt is het minimale bedrag dat mogelijk betaald moet worden. Daar is de geschatte verdeelsleutel tussen de vier betrokken gemeenten op toegepast.
|
|
Beheersmaatregel
|
Er vindt bemiddeling plaats en mogelijk volgt een schikking. Daarnaast gaat de Zorgregio nog in beroep.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 350.000
|
|
Kans
|
Waarschijnlijk 60-80%
|
|
Nettobedrag
|
€ 245.000
|
20
|
Omschrijving Risico
|
Garanties
Door de gemeente is in het kader van haar maatschappelijke taak garanties verleend aan verenigingen, stichtingen en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor een totaalbedrag van € 41,3 miljoen. De grootste component betreft het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) met € 41,0 miljoen. Hier loopt de gemeente nauwelijks risico op basis van de achtervangpositie bij het WSW. Totaalbedrag van de garanties waarover de gemeente risico loopt bedraagt € 0,2 miljoen.
|
|
Beheersmaatregel
|
Het WSW heeft afspraken gemaakt met de VNG en het ministerie van BZK over toezicht, verantwoording en informatievoorziening aan gemeenten vanuit de corporaties en het WSW over de gemeentelijke achtervangpositie binnen het WSW. Voor de overige garanties geldt dat de gemeente afhankelijk is van de bedrijfsvoering en (financiële) resultaten van de derden aan wie de garanties zijn verstrekt. Het periodiek monitoren is hier van belang.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 218.000
|
|
Kans
|
Aannemelijk 40 – 60%
|
|
Nettobedrag
|
€ 109.000
|
21
|
Omschrijving Risico
|
PlusOV
Er is met één van de vervoerders van het routegebonden vervoer nog een verschil van mening. Dit gaat over de rekeningen over het schooljaar 2018-2019. Er zijn gesprekken gevoerd. Deze leidden niet tot een acceptabele oplossing voor beide partijen. Het resultaat van de afwikkeling van dit meningsverschil is op dit moment niet in te schatten. Maar kan leiden tot een aanzienlijk bedrag.
|
|
Beheersmaatregel
|
We wachten in vertrouwen de gerechtelijke uitspraak af.
|
|
Bruto bedrag
|
€ 130.000
|
|
Kans
|
Mogelijk 40-60%
|
|
Nettobedrag
|
€ 65.000
|
22
|
Omschrijving Risico
|
Afwikkeling GR Delta
Risico vervalt. Per 1 januari 2020 is de GR geliquideerd. In de voorbereiding is een liquidatiebegroting opgesteld. Deze is ook verwerkt in de begroting van de gemeente Lochem. Op dit moment lopen we tegen een aantal ontwikkelingen aan die mogelijk ook financiële consequenties hebben. Deze financiële consequenties zijn niet opgenomen in het liquidatie danwel opgenomen als PM post. Het gaat bijvoorbeeld over de afkoop van contracten. In overleg met betrokken partijen proberen we tot maatwerkoplossingen te komen, bijvoorbeeld door dienstverlening in aangepaste vorm te continueren vanuit de gemeente Lochem. Het eind van de liquidatie van de GR Delta komt in zicht. Er is nog een lopend juridisch vraagstuk met betrekking tot de afronding van een contract. De verwachting is dat dit financieel gezien binnen de liquidatiebegroting van Delta kan worden opgenomen.
|
|
Beheersmaatregel
|
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt.
|
|
Kans
|
|
|
Nettobedrag
|
|
23
|
Omschrijving Risico
|
Claim leverancier hulpmiddelen
Risico vervalt. Niet te vorderen claim in verband met niet nakomen Social Return verplichtingen door leverancier. Gesprekken met de leverancier zijn gevoerd en het contract hulpmiddelen is in 2020 ontbonden en financieel afgerond.
|
|
Beheersmaatregel
|
|
|
Bruto bedrag
|
Vervalt.
|
|
Kans
|
|
|
Netto bedrag
|
|
Toelichting incidentele risico’s - corona
25
|
Omschrijving Risico
|
Oninbare belastingopbrengsten
We verwachten dat door de coronacrisis meer bedrijven failliet gaan. Hierdoor zijn meer opgelegde belastingen oninbaar. Dit gaat vooral om OZB niet-woningen, Rioolheffing en Toeristenbelasting. Jaarlijks nemen wij een voorziening op voor oninbare vorderingen. Dit zal voor 2021 en 2022 niet voldoende zijn.
|
|
Beheersmaatregel
|
Tribuut informeert ons over de aantallen aanslagen en bedragen waar uitstel van betaling voor is verleend. Hierdoor kunnen we het risico van oninbaar volgen.
|
|
Bruto bedrag
|
2021 € 295.000 2022 € 195.000 Totaal € 490.000
|
|
Kans
|
Aannemelijk 40 - 60%
|
|
Netto bedrag
|
2021 € 147.500 2022 € 97.500 Totaal € 245.000
|
26
|
Omschrijving Risico
|
Toeristenbelasting
We verwachten dat door de coronacrisis we minder inkomsten uit de toeristenbelasting over 2021 ontvangen. In verband met (mogelijk) tijdelijke sluiting van een deel van de verblijfsrecreatie en het ontvangen van minder gasten (i.v.m. de anderhalvemeter-samenleving) is het mogelijk dat het aantal toeristische overnachtingen en daarmee de opbrengst toeristenbelasting achterblijft. Dit wordt misschien deels gecompenseerd door extra toeristen in het hoogseizoen. Uitgaande van huidige uitgangspunten over de ontwikkelingen van het corona-virus schatten we in over 2021 15% minder opbrengst toeristenbelasting te ontvangen dan onze begroting.
|
|
Beheersmaatregel
|
Exacte cijfers over het aantal toeristische overnachtingen 2020 hebben we nog niet. We nemen aan dat de opbrengsten over 2020 ca. € 103.000 lager zijn dan geraamd. Ondernemers hoeven pas na afloop van het jaar het aantal overnachtingen van dat afgelopen jaar aan Tribuut door te geven. Op basis van die aangifte legt Tribuut vervolgens een aanslag op. We houden contact met ondernemers (hoteliers / campings) over hun verwachtingen. Het Rijk nam in het eerste deel van het ‘corona-compensatiepakket’ (26 juni 2020) een voorschot op voor de toeristenbelasting van ca. € 160.000.
|
|
Bruto bedrag
|
2021 € 109.000 -/- compensatie Rijk € 57.000 (overblijvende deel 2021) Totaal € 52.000
|
|
Kans
|
Aannemelijk 40 - 60%
|
|
Netto bedrag
|
€ 26.000
|
Totaal netto bedrag incidentele risico’s |
€ 2.071.000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Om makkelijk te beoordelen en vergelijken werken wij met een ratio weerstandsvermogen
Dit is een getal dat weergeeft of wij voldoende financiële reserve hebben om risico’s op te vangen. Wij maken onderscheid in structureel en incidenteel. Bij de structurele ratio delen we de onbenutte belastingcapaciteit door de som van de structurele risico’s. Bij de incidentele ratio delen we het vrij besteedbaar deel van de algemene reserve door de som van de incidentele risico’s. Onderstaand geven wij de berekening van de ratio:
Ratio structureel weerstandvermogen:
5.798.000
|
=
|
3,5
|
1.638.300
|
Ratio incidenteel weerstandsvermogen:
20.735.000
|
=
|
10,0
|
2.071.000
|
Ons weerstandsvermogen is uitstekend
Om de ratio van het weerstandsvermogen te beoordelen, gebruiken wij de volgende beoordelingstabel:
Beoordelingstabel weerstandsvermogen
|
Schaal
|
Ratio weerstandsvermogen
|
Betekenis
|
A
|
> 2,0
|
Uitstekend
|
B
|
1,4 < x < 2,0
|
Ruim voldoende
|
C
|
1,0 < x < 1,4
|
Voldoende
|
D
|
0,8 < x < 1,0
|
Matig
|
E
|
0,6 < x < 0,8
|
Onvoldoende
|
F
|
< 0,6
|
Ruim onvoldoende
|
Bron: De beoordelingstabel weerstandsvermogen is opgesteld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR). |
Het structurele weerstandsvermogen is 3,5 en valt daarmee in schaal A en is daarmee uitstekend. Ten opzichte van de Begroting 2021 neemt de ratio met 1,6 toe. Dit komt met name doordat we het risico voor de herverdeling Gemeentefonds laten vervallen op basis van de voorlopige uitkomsten.
Ten opzichte van de Begroting 2021 neemt de ratio voor het incidentele weerstandsvermogen toe van 9,0 naar 10,0. Ook nu valt deze ruim in schaal A en is daarmee uitstekend. Het hogere ratio komt met name doordat de algemene reserve ruim € 2,1 miljoen hoger is.
Financiële kengetallen
Doordat alle gemeenten de kengetallen op dezelfde wijze berekenen, zijn de gemeenten ook onderling vergelijkbaar.
Kengetallen |
Jaarrekening 2019 |
Begroting 2020 |
Jaarrekening 2020 |
Norm |
Netto schuldquote |
21% |
38% |
11% |
A |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
16% |
32% |
6% |
A |
Solvabiliteitsratio |
42% |
41% |
51% |
A |
Structurele exploitatieruimte |
3% |
0% |
5% |
A |
Grondexploitatie |
10% |
13% |
13% |
A |
Belastingcapaciteit |
104% |
114% |
118% |
C |
Beoordeling en toelichting financiële kengetallen
De afzonderlijke financiële kengetallen zeggen nog weinig over hoe de financiële positie van de gemeente is. Zo hoeft een hoge schuld geen nadelig effect te hebben op de financiële positie, maar is dat afhankelijk of en wat er aan eigen vermogen en baten tegenover die schuld staat en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. De kengetallen moeten dan ook in samenhang en ten opzichte van een normenkader worden bezien. Onderstaand gaan wij hier op in.
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). De netto schuldquote is met name gedaald doordat we de afgelopen twee jaren positieve jaarresultaten boekten (2019 € 5,7 miljoen en 2020 € 7,5 miljoen) en we daardoor genoeg geld hebben. We gingen in de begroting 2020 nog uit van een nieuwe lening in 2020 van € 10 miljoen, maar dat hadden we niet nodig. We hebben in 2020 o.a. extra geld gekregen van het Rijk voor coronacompensatie waar we in de begroting 2020 geen rekening mee hielden. Daarnaast zijn ook de werkelijke uitgaven van investeringen, projecten en de reguliere exploitatie achtergebleven door met name corona.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De solvabiliteit is ten opzichte van 2019 en de begroting 20209 gestegen. Dit komt met name door de stijging van het eigen vermogen. Dit betreft met name het resultaat 2020.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.
Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Het kengetal is in 2020 gestegen ten opzichte van 2019. Dit komt met name door de overboeking van de gronden van Diekink van de materiële vaste activa naar de bouwgronden in exploitatie in 2020.
Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlastenmeerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage. Het tarief voor rioolheffing en afvalstoffenheffing is bij ons 100% kostendekkend. Er zit nog wel ruimte om het OZB tarief te verhogen (onbenutte belastingcapaciteit). De stijging in 2020 van werkelijk ten opzichte van begroot komt door de afvalstoffenheffing. Doordat veel inwoners vanwege corona meer thuis waren in 2020, is er meer afval aangeboden via de grijze en groene containers dan we raamden.
Normering
Om goed invulling te geven aan de waarde van deze financiële kengetallen is een normenkader van belang. De gemeente Lochem sluit aan bij de signaleringswaarden van de provincie Gelderland.
Signaleringswaarden kengetallen provincie Gelderland
Kengetallen |
Provincie Gelderland 07-10-2015 Signaleringswaarden stresstest 100.000+ gemeenten |
|
Categorie A Minst risicovol |
Categorie B |
Categorie C Meest risicovol |
Netto schuldquote |
< 90% |
90 - 130% |
> 130% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
< 90% |
90 - 130% |
> 130% |
Solvabiliteitsratio |
> 50% |
20 - 50% |
< 20% |
Structurele exploitatieruimte |
Begr en MJR > 0% |
Begr of MJR > 0% |
Begr en MJR < 0% |
Grondexploitatie |
< 20% |
20 - 35% |
> 35% |
Belastingcapaciteit |
< 95% |
95 - 105% |
> 105% |
In bovenstaande tabel staan de signaleringswaarden die de provincie Gelderland als normenkader hanteert. Aan deze categorieën is geen directe kwalificatie gegeven. |