Waarderingsgrondslagen

Inleiding
De jaarrekening maakten we met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten(BBV) en de verordening, financieel beleid, beheer en organisatie Gemeente Lochem 2023 ex artikel 212 Gemeentewet. Daarin stelde de gemeenteraad op de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast.  
De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de gemeente.


Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva namen we op tegen nominale waarde, tenzij in deze grondslagen anders is vermeld. Baten en lasten rekenen we toe aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar leden. Baten en lasten, waaronder ook begrepen de heffing van de vennootschapsbelasting, worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar nemen we op als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.


Personeelslasten rekenen we in principe toe aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidsgerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, verantwoorden we sommige personele lasten in het jaar dat uitbetaling plaats vindt. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume treffen we geen voorziening. We nemen niet op andere wijze een verplichting op.  Denk daarbij aan overlopende vakantiegeld- en (spaar)verlofaanspraken.


De algemene uitkering is opgenomen conform de best mogelijke schatting gebaseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. Ten aanzien van het component aangaande de accresmededeling wordt deze opgenomen conform de in het verslagjaar laatst gepubliceerde accresmededeling. Doorgaans staat deze accresmededeling in de septembercirculaire. De gevolgen van het bijgestelde accres, zoals opgenomen in de meicirculaire van het verslagjaar, verantwoorden we in de jaarrekening van het op het verslagjaar volgend boekjaar.


Dividenden verantwoorden we in het jaar waarin het besluit tot toekenning van het dividend door de Algemene vergadering van de vennootschap is genomen.

 

Algemene grondslagen voor de Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid.
Dat betekent dat:
- De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
- De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
- Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 2 oktober 2023 door de raad is vastgesteld;
- Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderscheidingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld.
-Ten aanzien van het M&O criterium is de nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
- De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening en de nota rechtmatigheidsverantwoording. Dit betekent dat:
- Een verantwoordingsgrens van 1% van de totale lasten van de gemeente, inclusief de toevoegingen aan de reserves zijnde € 1.041.420 is gehanteerd. De afwijkingen worden (kort en bondig) alleen in de rechtmatigheidsverantwoording vermeld, als de verantwoordingsgrens is overschreden.  
-  In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan 20% van de verantwoordingsgrens toegelicht. Deze toelichting is alleen aan de orde als de afwijkingen de verantwoordingsgrens hebben overschreden.


Balans

De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel worden in het vervolg van deze jaarrekening toegelicht.

Activa

Immateriële vaste activa
Bijdragen aan activa in eigendom van derden activeerden we indien aan de volgende vereisten is voldaan: 
– Er is sprake van een investering door een derde. 
– De investering draagt bij aan de publieke taak. 
– De derde verplicht zich tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen. 
– De gemeente kan de bijdrage terugvorderen, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. 
Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden) waarvoor de  bijdrage aan derden is verstrekt.

 

Materiële vaste activa 

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste activa:
– investeringen met een economisch nut;
– investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
– investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

 

Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn. Of als ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut > € 15.000 activeren we conform de nota waarderen, activeren en afschrijven.

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. 

 

Alle materiële vaste activa waarderen we tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten (waaronder overheadkosten en rente). Dit vermindert met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa nemen we onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking.

Ten aanzien van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut geldt tot aan investeringsdatum 31 december 2016 dat eventuele bijdragen uit de reserves in mindering zijn gebracht op deze investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Ten aanzien van investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven geldt dat vanuit de spaarcomponent van heffingen gevormde voorzieningen voor toekomstige vervangingsinvesteringen met economisch nut in mindering zijn gebracht op de in het boekjaar gepleegde investeringen. Over het resterende bedrag wordt afgeschreven. De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte economische levensduur óf technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten en voorzieningen. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in de nota waarderen, activeren en afschrijven, zoals laatstelijk vastgesteld door de gemeenteraad in haar vergadering december 2019. De afschrijvingen berekenen we volgens de lineaire methode en starten op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar dat het activum in gebruik genomen/ verworven is. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op gronden schrijven we niet af, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed verwerken we zijn als incidentele bate in de jaarrekening.

 

In erfpacht uitgegeven gronden
Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van de eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht waarderen we tegen registratiewaarde. Eventuele afkoopsommen van voortdurende contracten verwerken we onder de langlopende schulden en vervallen naar rato van de afkoopperiode vrij ten gunste van het resultaat.

 

Vanaf 2020 hanteren we voor vaste activa de afschrijvingstermijnen, zoals die zijn opgenomen in de nota waarderen, activeren en afschrijven 2019. 

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (‘kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen’ in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs vindt afwaardering plaats. Tot dusverre was een dergelijke afwaardering niet nodig. De actuele waarden liggen ruim boven de verkrijgingsprijs.

 

Vlottende activa
Voorraden

De voorraad ‘gereed product en handelsgoederen’ bestaat uit de voorraad ‘eigen verklaringen’ bij de afdeling Publiekscontacten. Deze worden geadministreerd tegen inkoop- of vervaardigingsprijs.

 

Onderhanden werk, gronden in exploitatie
Het startpunt van een grondexploitatie is het raadsbesluit met de vaststelling van het complex, inclusief grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de grondexploitatie geopend en kunnen vervaardigingskosten worden geactiveerd.

De onderhanden werken grondexploitatie nemen we op tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien sprake is van een verwacht negatief resultaat op een complex, treffen we hiervoor een voorziening. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten (limitatief opgesomd in de kostensoortenlijst zoals opgenomen artikel 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening), welke we rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen toerekenen. In de vervaardigingsprijs nemen we daarnaast een redelijk deel van de indirecte kosten op en is de werkelijk over vreemd vermogen betaalde rente over het boekjaar toegerekend. De rente is toegerekend over de boekwaarde van de grondexploitatie per 1 januari van het betreffende boekjaar.
De gehanteerde disconteringsvoet in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties is voor alle gemeenten gelijk gesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone.  

Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de kosten en de opbrengsten winst genomen. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen: 
1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én 
2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én 
3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).  

 

Waardering verliesvoorziening

Vanaf 1 januari 2023 is de verliesvoorziening gewaardeerd op eindwaarde in plaats van op contante waarde. Voor verliesvoorzieningen en de winstgevende grondexploitaties wordt nu dezelfde methodiek gebruikt. Op 27 maart 2023 heeft de raad hiertoe besloten, dit is vastgelegd in de uitvoeringsnota grondbeleid 2022. De mutatie van contante waarde naar eindwaarde heeft prospectief plaatsgevonden in 2023.  In onderstaande tabel is de mutatie van contante waarde naar eindwaarde inzichtelijk gemaakt. 


 

Bedragen x € 1.000
Verliesvoorziening contante waarde 1-1-2023 Verliesvoorziening eindwaarde 1-1-2023 Verliesvoorziening eindwaarde 31-12-2023 Mutatie verliesvoorziening 2023 op basis van eindwaarde Toelichting
Scheggertdijk 62 68 370 302
Diekink 733 809 987 178
TKF 236 240 Exploitatie afgesloten
Stijgoord 191 220 329 109
Barchem Zuid 900 918 Exploitatie afgesloten
Kop van Oost 2.672 2.892 2.528 -364
Almen Zuid II-A 195 199 174 -25
Etalage n.d. Toekomst Deelplan 5 Holmerskamp 1.723 1.789 1.769 -20
Totaal 6.711 7.136 6.157 179

Vorderingen
De vorderingen waarderen we tegen de nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid brengen we een voorziening in mindering. De voorziening bepalen we op basis van de geschatte inningskansen.


Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa nemen we tegen de nominale waarde op.


Passiva
Vaste Passiva
Voorzieningen
Voorzieningen waarderen we op het nominale bedrag van de desbetreffende verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders waardeerden we echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen. De onderhoudsegalisatievoorziening stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen. Daarin rekening houdend met de terzake geformuleerde kwaliteitseisen.

 

Vaste schulden
Vaste schulden waarderen we tegen de nominale waarde verminderd met het totaal van de gedane aflossing. De vaste schulden hebben een looptijd van één jaar of langer.

 

Vlottende passiva
De vlottende passiva waarderen we tegen de nominale waarde.

 

Borg- en garantiestellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.